We zijn bijna op de helft van het seizoen. Met hoofdtrainer Marinus Dijkhuizen blikken we terug op de eerste seizoenshelft, die in het teken stond van corona, de verdedigende organisatie, debuterende jonkies en een veel scorende Elías Már Ómarsson.
,,Het is een rare tijd’’, zegt Marinus Dijkhuizen als we het over voetbal in 2020 hebben. ,,Het is elke week weer spannend met die coronatesten. Vaak krijg je pas de avond voor de wedstrijd een telefoontje met de uitslag. Jongens die fit en getraind zijn, blijken ineens positief. Normaal ben ik de hele week met de opstelling bezig, nu vaak pas op het laatste moment. Het is vreemd, maar het went. Het vergt van iedereen wel een bepaalde flexibiliteit.’’
,,We hebben heel lang normaal kunnen werken, maar uiteindelijk hebben we toch maatregelen moeten nemen. Geen besprekingen meer, niet omkleden, geen lunch, geen ontbijt. Daar is niet veel aan, maar we moeten het ermee doen. Wij zitten in een deel van het land waar de kans op besmetting groter is. Je moet dus alerter zijn, al zegt dat niets. Partners werken immers ook, kinderen gaan naar school. Je houdt het virus niet tegen. Gelukkig zijn de spelers inmiddels gewend aan de omstandigheden.’’
Dat het coronavirus zijn stempel op de competitie drukt, is duidelijk. ,,De ene ploeg is meer getroffen dan de andere. Dus het heeft invloed’’, weet Dijkhuizen. ,,Geen publiek in de stadions, ook dat heeft invloed. Wij kunnen in elk geval voetballen en gewoon hier in het stadion werken. Al is het niet altijd te volgen. We rijden in twee bussen naar uitwedstrijden en zitten daarna met dertig man in een kleedkamer. We moeten het ermee doen. Ik probeer me vooral op het voetballen te richten.’’
Ook voetballen in lege stadions went enigszins, al mist Dijkhuizen de beleving rond wedstrijden. ,,Zeker als er geen muziekje opstaat, is het soms wel erg stil. Als de wedstrijd eenmaal begint gaat het wel, maar de beleving ervoor en erna is heel anders. Publiek hoort er gewoon bij. Ook mijn vrouw en dochters kijken nu thuis op televisie, net als mijn vader. Die mist het wel allemaal. Normaal gaat hij ook bij zijn kleinkinderen kijken. Daarnaast doet hij nog vrijwilligerswerk bij ’s-Gravenzande, maar het grootste deel is weggevallen. Dan wordt je wereldje wel klein.’’
Ondanks alles wordt er wel gevoetbald. De resultaten van Excelsior in de eerste seizoenshelft waren wisselend. Na een goede opening uit bij Jong PSV (1-6), werd een week later in eigen stadion met 4-6 verloren van Almere City FC. ,,Die kwam hard aan. Vooral vanwege het verdedigende verhaal. We dachten dat op orde te hebben, maar dat bleek niet zo. Daarna volgde een slechte serie met wat rode kaarten en vervolgens een goede serie. We zijn ondanks alles rustig gebleven en zoveel mogelijk met hetzelfde team blijven spelen.’’
,,De ontwikkeling van het team gaat niet zp snel als gehoopt en van sommige jongens verwacht ik iets meer, maar we worden steeds stabieler. Wel vind ik dat we in de eindfase soms te weinig kwaliteit brengen. We komen wel waar we moeten komen, maar in de eindfase moeten we beter worden. Dan hadden we kort voor rust misschien de 1-1 kunnen maken tegen Helmond Sport om dat duel te kantelen, of kunnen scoren bij Go Ahead Eagles. Een aantal mensen moet beslissender worden en daar werken we hard aan. Nu zijn we voor doelpunten iets te afhankelijk van Elias.’’
De verdedigende organisatie stemt hem de laatste weken tevreden. Na de terugkeer van Sander Fischer hielden de Kralingers zelfs verschillende keren de nul. ,,Hij begon als wisselspeler, maar is teruggekomen uit geslagen positie en dat is hartstikke knap. Of hij dat stapje terug even nodig had? Hij gaf zelf aan van wel. Er moest blijkbaar een tandje bij. Je moet tegenwoordig superfit zijn en dat kan alleen als je nog wat harder gaat trainen. Ondanks zijn positie op de bank stemde hij er wel mee in om aanvoerder te blijven en achteraf heeft dat goed uitgepakt.’’
Een positieve ontwikkeling is ook de doorbraak van jeugdspelers Julian Baas en Nathan Tjoe-A-On. Naast deze jongens mochten nog eens vier jeugdspelers debuteren. ,,Mooi dat we ze dat hebben kunnen bieden en niet alleen omdat we ze dat gunnen, maar ook omdat ze het gewoon goed doen. Die jongens hebben zich goed ontwikkeld. De keuze voor Nathan was er ook een voor de toekomst. Ik heb voor langere tijd getekend en dan moet je ook verder kijken dan de eerstvolgende wedstrijd. Hij heeft die kans gepakt en zich ontwikkeld. Dat stimuleert anderen. Zij zien dat je de kans kunt krijgen als je het goed doet.’’
Met afstand de meest besproken speler van de eerste seizoenshelft was Elías Már Ómarsson. Hij scoorde aan de lopende band en ontving daarom de prijs als topscorer van de eerste periode. Hoewel hij het in de eerste anderhalf jaar nog niet zo goed had gedaan, was Dijkhuizen vanaf zijn binnenkomst meteen gecharmeerd van de IJslander: ,,Je zag dat al in die paar wedstrijden van het vorige seizoen dat ik er was dat hij iets heeft. Daarin gebeurde het ook al. Maar dat het deze vorm zou aannemen, dat wist ik natuurlijk niet.’’
Ómarsson kende een moeizame voorbereiding en won de concurrentiestrijd met Stijn Meijer maar nipt. ,,Zij lagen dichtbij elkaar, maar wij hadden het idee dat Elías beter in ons spel zou passen. Meteen vanaf Jong PSV-uit zat hij erin. Dat heeft te maken met vertrouwen, maar ook met de speelwijze. Ik heb zelden iemand gezien die zo goed met twee benen kan afwerken. Hij is zo gefocust en onverstoorbaar. Als hij een kans mist, dan zie je dat niet aan hem. En als hij bloed ruikt, is hij er als de kippen bij om er één of twee goals extra te maken voor zijn aantallen.’’
Ondanks alle positieve punten, Dijkhuizen benoemt ook de ontwikkeling van Hervé Matthys en Siebe Horemans en het feit dat Alessandro Damen terug is op zijn oude niveau, staat de ploeg net onder de top van de Keuken Kampioen Divisie. ,,Je merkt dat het een zware competitie is. Ik heb al snel geroepen dat we niet zomaar zouden meedoen om de bovenste plekken en dat is redelijk uitgekomen. Met name aan de bal zijn we nog niet zo ver dat we in de top thuishoren. De ploegen bovenin zijn sterk en stabiel en daaronder wordt het vechten om het laatste play-offs-plekje. Maar ik denk wel dat wij genoeg kwaliteit hebben om de play-offs te bereiken.’’
Dit interview komt uit het Excelsior Rotterdam Magazine dat verscheen in december 2020.
Bovenstaand interview werd afgenomen voor de laatste week, waarin Excelsior nog speelde tegen PEC Zwolle en SC Cambuur. Na afloop van het laatste duel spraken we Marinus Dijkhuizen. Dat interview is hieronder te bekijken:
