Een kwartier na rust was er een scrimmage voor het doel van Jaap van der Torre. De kleine, maar felle doelman van Excelsior hield zoals vaker zijn hoofd koel en wist de bal in handen te krijgen. Terwijl de spelers van zijn ploeg en die van tegenstander CVV nog om hem heen stonden, deed Van der Torre enkele stappen naar voren. Vervolgens wierp hij de bal in de lucht en gaf er een ferme trap tegen. De bal ging hoog de lucht in en vloog ver in de richting van het vijandelijke doel.
Excelsior stond op dat moment met 1-0 voor tegen stadsgenoot CVV uit Charlois. Het was 31 maart 1946 en er was flink wat publiek naar Woudestein gekomen. Nol Braams had in de eerste helft de tot dan toe enige treffer van het duel gemaakt. Maar nu keken de toeschouwers de lucht in om te zien hoe ver die uittrap zou komen.
‘Dit was een ontzettende uittrap van Jaap van der Torre, de doelman van CVV stond een eindje voor zijn doel, de bal kwam een paar meter voor hem op de grond en sprong over hem heen’, schreef de latere voorzitter Henk Zon in zijn voetbaldagboek bij een knipsel van deze actie. Nadat de bal over de doelman van CVV was gestuiterd belandde hij in het doel. Excelsior kwam zo op een 2-0 voorsprong.
De auteur van het wedstrijdverslag in de Excelsior Kroniek zag naar eigen zeggen iets heel bijzonders: ‘De wedstrijd tegen CVV (…) zal in onze annalen staan opgetekend als een unicum in de voetbalgeschiedenis. Schrijver dezer regelen loopt al 45 jaren mee in de voetballerij, maar een dergelijk geval heeft hij nog nimmer meegemaakt. Onze doelverdediger Jaap van der Torre onderschepte een bal, die hij, met wind mee, hoog in de richting van het CVV-doel dirigeerde. De CVV-keeper kwam uit zijn doel om de bal te onderscheppen en tot ons aller verbazing vloog de bal over hem heen hoog in het doel. Een zeldzaam doelpunt, iets wat misschien nooit eerder is voorgekomen!’
In 2013 vertelde Jaap van der Torre in het magazine van Supportersvereniging Pro Excelsior over zijn carrière bij Excelsior. De in 1923 als Jacob van der Torre geboren Rotterdammer was op dat moment 90 jaar oud. In zijn jeugd woonde het gezin aan de Nesserdijk in Kralingen. Van der Torre voetbalde vaak met vriendjes buiten en toen hij twaalf was, meldde hij zich bij Excelsior. Hij moest een testwedstrijd spelen en werd aangenomen. ‘De Nesserdijk was op steenworpafstand van het Toepad, waar Excelsior destijds voetbalde. Je had daar Excelsior en Leonidas, maar mijn oudere broers Leen en Rinus speelden al bij Excelsior. Rinus heeft zelfs nog een wedstrijd in het tweede gespeeld en mijn jongere broer Jan kwam tot A1.’
Het eerste elftal van Excelsior in 1945 met staande, derde van links doelman Jaap van der Torre.
Jo Bak – de man die de jeugdafdeling bij Excelsior heeft opgezet en daar jaren aan het roer stond – moet vreemd hebben opgekeken toen de twaalfjarig Jaap van der Torre zich bij hem meldde en zei dat hij bij Excelsior wilde komen voetballen. Niet dat dit op zich zo opmerkelijk was, maar dat kleine mannetje voor hem wilde uitgerekend keeper worden. ‘Daar keken ze wel raar van op en in het begin waren ze er niet zo blij mee. Waarom ik wilde keepen? Dat weet ik eigenlijk niet. Misschien omdat ik eigenwijs was?’
‘Voor een keeper was hij aan de kleine kant’, schreef voormalig speler van Excelsior en sportjournalist Dick van den Polder later over de man die negen seizoenen het doel van Excelsior zou verdedigen. ‘Ik ben nog steeds niet groot’, reageerde Van der Torre in 2013. Toen hij later tijdens het gesprek opstond van de bank, kwam hij er nog eens op terug: ‘Als je klein bent, maar je kunt wel hoog springen, kun je net zo goed een hoge bal uit de lucht halen. Ach, ik wist dat als ik een hoge bal miste, ze na afloop zouden zeggen: hij is te klein. Daar trok ik me niet veel van aan.’
Voordat hij via de hoogste jeugdelftallen de overstap maakte naar het vlaggenschip van de Kralingse club, was daar eerst de Tweede Wereldoorlog. De jonge Van der Torre zag hoe de stad werd gebombardeerd. ‘Ik werkte voor de heer Lindhout op de tennisbaan. Ik was ballenjongen en mocht ook rackets spannen. Op de dag van het bombardement moest ik op mijn fiets dwars door het puin rijden naar huis.’
In het begin van de oorlog maakte hij nog iets vreemds mee, wat te maken had met het Excelsior-speldje dat hij altijd droeg: ‘Ik kwam bij een tandarts op zuid en die begon me toch raar te doen. Het logo van Excelsior had dezelfde kleuren als de NSB en hij begon tegen zijn assistente over goede vaderlanders en zo. Ik dacht nog dat hij me complimenteerde, maar dat was duidelijk niet zo. Hij zat allemaal toespelingen te maken op de NSB. Toen ik thuis kwam heb ik een paar dagen met een dikke kaak gelopen. Of hij dat expres had gedaan weet ik niet, maar het was duidelijk dat ik bij hem had afgedaan en dat allemaal door dat speldje.’
Zijn twee oudere broers werden al vrij snel in de oorlog opgepakt en in Duitsland aan het werk gezet. Jaap van der Torre wist lang buiten schot te blijven, maar in 1944 was ook hij aan de beurt: ‘Ik kwam in een fabriek terecht. Ik had het daar op zich niet slecht. Ik stond achter een ijzerbank en heb achteraf gezien veel geluk gehad. Waar ik zat, waren geen bombardementen en ik heb geen honger gehad. In Hamburg moesten de mensen bijna dagelijks de schuilkelders in. Mijn broers, die samen waren opgepakt, zaten op een plek waar dat soort dingen wel gebeurden.’
‘Met Nederlandse mannen schopten we in Duitsland weleens tegen een bal, maar echte wedstrijdjes en toernooien speelden we pas toen we terug naar Nederland gingen. Dat was toen de oorlog op zijn einde liep. Ik heb een tijdje in Tilburg gezeten, waar ik verbleef bij de terreinknecht van Willem II. Daar was Nederland al bevrijd, terwijl ik nog niet terug naar Rotterdam kon. In Tilburg speelden we toernooien met allemaal jongens die terugkeerden uit Duitsland.’
In Rotterdam, waar Excelsior kort voor de oorlog was teruggekeerd naar Woudestein, maakte de doelman de overstap naar het eerste team. ‘De keeper van het eerste was fout geweest in de oorlog en werd ontslagen. Zo ging dat in die tijd.’ Van der Torre kwam in een team terecht met mannen als Lo Dörr, Rinus van der Stoep, Kees Verboom, Ernst van Balen, Nol Braams, Piet Wigman, Arie Vermeeren August van den Berg. Trainer was Toon Bergkotte. Het debuut van de doelman was op 23 september 1945 in de thuiswedstrijd tegen Overmaas (1-1).
Het kaartje uit het archief van Excelsior met de gespeelde wedstrijden van Jaap van der Torre. Het duel als aanvaller staat apart vermeld.
Dit team speelde in 1946 promotie/degradatiewedstrijden tegen VUC. Het beslissende duel werd afgewerkt in een bomvolle Kuip, waar 46.000 toeschouwers Excelsior met 3-2 zagen winnen. ‘Dat was een bijzondere ervaring’, kijkt hij terug. ‘Ik heb daarna met het Zwaluwenteam en het Rotterdams Elftal ook in de Kuip gespeeld. Dat zijn toch leuk ervaringen. Dat ik werd gevraagd voor die vertegenwoordigende teams zegt ook wel iets.’
‘In die tijd kregen we er helemaal niets voor, ook al speelden we in het eerst team. Hoogstens na afloop van de wedstrijd eens een flesje limonade. En na de promotie in 1946 kregen we allemaal een transistorradio. Daar werd in heel Kralingen over gesproken! Die radio’s werden in de verhalen op straat steeds groter. Maar zo groot was hij nou ook weer niet, want ik ben hem gewoon op de fiets gaan halen, haha.’
Opvallend genoeg kwam het doelpunt dat hij maakte tegen CVV tijdens het gesprek in 2013 niet ter sprake. Ook een ander bijzonder carrièrefeitje bleef onbesproken: op zondag 25 april 1948 vocht Excelsior tegen Emma uit Dordrecht voor de laatste kans om eersteklasser te blijven. Jaap van Torre stond in de basisopstelling van de Kralingers. Niet in het doel, maar als aanvaller!
Het Rotterdamsche Nieuwsblad schreef een dag later: ‘Op de linksbinnenplaats toonde hij, dat hij wel een balletje kan trappen, was hij zelfs zo nu en dan de gevaarlijkste voorhoedeman bij de roodzwarten, maar een keeper is geen linksbinnen.’
De Sportkroniek was nog duidelijker in het oordeel over de gelegenheidsaanvaller van Excelsior: ‘Waar hij allerminst voldeed. Als doelman had hij waarschijnlijk de score kunnen drukken, doch de nederlaag had hij niet kunnen voorkomen.’
Doelman Meyer was zijn vervanger onder de lat en die moest de bal maar liefst zeven keer uit het net halen. Excelsior verloor het beslissende duel in Stadion Feijenoord met 7-1 en degradeerde uit de eerste klasse.
In de Oud Rotterdammer roemde Dick van den Polder ooit het lef van Jaap van der Torre: ‘Als er een doorgebroken tegenstander op hem af kwam, wierp hij zich onvervaard, ja zelfs met een beetje doodsverachting voor diens voeten en op de bal. Zijn borstbeen bleek doorgaans sterker dan de botten van de tegenstander. Minstens een keer heeft dat tot een beenbreuk geleid.’
Over zijn keeperkwaliteiten vertelde Van der Torre zelf in 2013: ‘Het strafschopgebied was van mij. Niet alleen het doel, maar in het hele strafschopgebied was ik de baas. Ik ben nooit groot geweest, maar ik heb het toch behoorlijk ver geschopt.’ In Rotterdam had hij alleen Wim Landman (Neptunus, Sparta) voor zich. Hij was eerste doelman van het Rotterdams Elftal en daarna kwam Van der Torre. ‘Maar ik mocht met al die reisjes mee, heel erg leuk om mee te maken.’
Excelsior zorgde er overigens ook voor dat Van der Torre zijn vrouw leerde kennen. Haar broer voetbalde bij Excelsior en haar vader ging regelmatig bij de club kijken. Zij vertelde in 2013: ‘Mijn vader was helemaal weg van Jaap van der Torre. Mijn broer vond dat ik een keer mee moest gaan en vanaf het moment dat ik hem had gezien, deed ik alles om in zijn buurt te komen. Ik deed alle moeite om in de tram te komen richting de Blaak waar hij ook in zat.’
‘Ik was echt op slag verliefd, maar het duurde nog even voor we iets kregen. Ik weet nog dat mijn vader thuis een feest organiseerde, waar twee van het beroemde accordeontrio The Three Jacksons kwamen spelen. Er waren ook veel jongens van Excelsior, waaronder Jaap. Ik noemde hem toen ‘Meneer van der Torre’. Daar heeft hij me nog jaren mee geplaagd, haha.’
Van der Torre – die werkte op Tennispark Overschie en in 1975 eigenaar werd van deze tennisbaan – moest zijn voetbalcarrière in 1951 noodgedwongen staken. Een rugblessure maakte het keepen op hoog niveau onmogelijk. ‘Ze wisten destijds nog niet goed raad met dat soort blessures. Ik kon me laten opereren, maar het risico was dat ik invalide zo raken. Dat heb ik dus niet gedaan. Later ben ik voor mijn rug nog naar Duitsland gegaan, in Gronau. Daar werd mijn rug gekraakt. Nu doen ze dat hier ook, maar toen nog niet, was dat heel bijzonder.’
Hij keepte daarna nog wel enkele wedstrijden voor Excelsior, maar stopte na 153 wedstrijden definitief bij de Kralingers. Hij speelde nog een paar seizoenen voor Het Noorden. Daarnaast tenniste hij wedstrijden, iets waarbij hij geen last had van zijn rug. ‘Ik werkte meer dan 100 uur per week, van ‘s ochtends vroeg tot ’s avonds laat, dus er was weinig tijd voor andere dingen. Ik heb dat tot 1998 gedaan en daarna heb ik nog tot mijn tachtigste getennist.’
Een fotolijstje in de hal van zijn woning met een teamfoto en foto’s van de beroemde promotie/degradatiewedstrijden uit 1946 herinnerden aan zijn tijd bij Excelsior. Hoewel hij met een positief gevoel terugkeek op zijn voetbalcarrière, gaf hij toe het niet meer zo te volgen. Zijn vrouw keek nog wel vaak naar het voetballen en daardoor bleef hij toch op de hoogte. ‘Naar het stadion ga ik niet meer, het trekt me niet. Ik denk ook dat we er weinig bekenden meer zullen tegenkomen. Via televisie volgen we de prestaties van de Rotterdamse clubs nog wel. Maar, nogmaals, ik heb wel een goede tijd gehad bij Excelsior.’
Jaap van der Torre overleed op 29 augustus 2016. De oud-doelman van Excelsior was toen 92 jaar.
Jaap van der Torre in actie in de uitwedstrijd tegen Feijenoord (3-1) in Stadion Feijenoord in 1948. (Foto: Nationaal Archief)
di 21 januari 2025
Vorig jaar is in samenwerking met ESPN de documentaire ‘De Kampioenen van ‘74’ gemaakt en uitgezonden.…
Lees meerdo 14 maart 2024
Maandagavond 18 maart is de documentaire ‘De Kampioenen van ‘74’ voor het eerst te zien op…
Lees meer