Is het vak van voetbaltrainer tegenwoordig heel anders dan vroeger? Wat zijn de grootste verschillen en welke zaken zijn nog hetzelfde? We gingen in gesprek over het trainersvak met onze oud-trainer Thijs Libregts (81) en onze huidige assistent-trainer Ruben den Uil (31). Een gesprek over voetbal, specialisten, talenten begeleiden, werken in andere culturen en de drive van talenten om de top te willen bereiken.
,,Sport is een afspiegeling van de maatschappij en voetbal dus ook. Dat is een filosofische start, maar het is wel zo’’, begint Thijs Libregts zijn verhaal over het trainersvak. De centrale vraag: is het trainersvak nu echt zo anders als toen hij hoofdtrainer was (bij Excelsior van 1975 tot 1980)? ,,Zoals het met voetbal in die tijd ging, leefde men ook. Alles heeft zich sindsdien ontwikkeld. De mentaliteit van de mensen, de dynamiek, alles verandert.’’
Het eerste belangrijke verschil tussen Libregts en Ruben den Uil – de huidige assistent van Marinus Dijkhuizen bij Excelsior – is dat het trainerschap vroeger een parttime baan was. ,,Ik had de Academie voor Lichamelijke Opvoeding gedaan en werkte als gymnastiekleraar op de Erasmus Universiteit. Daarnaast was ik, na mijn voetbalcarrière, trainer bij Excelsior. Eerst van de jeugd, daarna assistent en vervolgens hoofdtrainer van het eerste elftal. Ik rende heen en weer van en naar de universiteit. Doordat die twee naast elkaar lagen, kon ik dat op die manier doen.’’
Niet alleen de hoofdtrainer was parttime, ook de spelers hadden er allemaal een baan naast. ,,Daarom trainden we pas aan het einde van de dag, om vier uur. Cees van der Munnik bijvoorbeeld was postbode. Dan kwam hij om tien voor vier aanrennen met die postzak nog om. Geen probleem, want voor mij gold hetzelfde. Dat was overigens niet alleen bij Excelsior zo, ook bij Feyenoord deden spelers er in mijn tijd iets naast. Een sigarenwinkel of wat dan ook.’’
,,Een andere belangrijk verschil is dat de staf vele malen groter is dan vroeger’’, vult Ruben den Uil aan. ,,Meneer Libregts vertelt net dat hij destijds een assistent had en een verzorger, tegenwoordig bestaat een staf met gemak uit tien tot vijftien mensen. Niet allemaal fulltime, maar wel verschillende specialisten. Iedereen heeft zijn eigen rol, terwijl een voetbaltrainer vroeger alles alleen moest doen. Toen ik vorig jaar in het traject zat om hier assistent-trainer te worden, gaf Marinus Dijkhuizen heel duidelijk aan: ik ben op zoek naar een specialist veldtrainer, iemand die goed is in training geven op het veld. De rol van Thomas Verhaar is meer gericht op het individu, in zijn geval de aanvallers. Marco Gentile doet dat voor de verdedigers en Ronald Graafland voor de keepers.’’
Libregts: ,,Het is tegenwoordig allemaal gericht op bepaalde onderdelen, terwijl ik van alles wat deed. Hier bij Excelsior gaf ik zelfs de keeperstraining. Voor de groepstraining ging ik dan met de keepers Eddie van der Roer en René Vermunt aan de slag. De benadering van nu is een wereld van verschil met destijds.’’
Den Uil: ,, Als je je ergens op kunt concentreren, kun je daar veel tijd insteken en er dus ook heel goed in worden. Ik geloof er wel in, met de voorwaarde dat er goed gemanaged wordt. Dan kunnen specialisten zich ontpoppen tot experts binnen het stukje waar ze verantwoordelijk voor zijn.’’
Libregts: ,,Jullie kunnen het individu beter maken en dat stop je in het geheel, waardoor je hoopt dat dat ook beter wordt. Ik gaf groepstraining en hoopte maar dat iedereen er zondag voor ging. Tegenstanders bekijken deden we niet, je ging altijd uit van je eigen kracht. Er wordt nu veel gerichter gewerkt.’’
Ruben: ,,Er is vergeleken met de tijd waarin u trainer was meer tijd gekomen, meer mensen, maar ook betere middelen. Bijvoorbeeld video-analyse. Eerst werden alleen de wedstrijden gefilmd, maar nu ook trainingen. En je hebt de beelden direct op je computer, waardoor je ze ’s middags met de spelers kunt terugkijken. Daardoor kun je als staf veel meer maatwerk leveren.’’
Die ommekeer is volgens Libregts gekomen toen de Nederlandse clubs Europees voetbal gingen spelen: ,,In het buitenland was een professionelere manier van werken al eerder gangbaar. In Nederland waren we nog niet zover. In een krachthonk werken? Dat heb ik nooit gedaan. De voetbalwereld was ook heel anders. Als bondscoach van het Nederlands elftal moest ik maar afwachten wie wanneer kwam opdagen. Als ze in Italië op zondagavond nog moesten spelen, arriveerden ze met een beetje geluk op maandagmiddag en dan moest je woensdag al spelen tegen bijvoorbeeld Duitsland. Nu liggen alle competitie stil als de landenteams spelen. Dat is veel beter geregeld.’’
Waarom hebben jullie er eigenlijk voor gekozen om trainer te worden?
Libregts: ,,Ik was altijd al met voetbal bezig en daarnaast opgeleid als gymnastiekleraar. Lesgeven, doceren, met een groep werken, dat vond ik allemaal leuk. Toen ik ben gestopt als speler, ben ik meteen doorgegaan als trainer. Eerste de jeugd, toen assistent en toen bij Excelsior de kans gekregen als hoofdtrainer. In 1980 werd ik benaderd door PSV en moest ik een heel belangrijke beslissing nemen. Ik moest mijn baan opgeven. Daar heb ik wel over na moeten denken, maar ik heb het toch gedaan. Met alle risico’s van dien.’’
Den Uil: ,,Ik heb het CIOS gedaan op MBO-niveau en daarna Sportmanagement op HBO-niveau. Ik vind voetbal natuurlijk een geweldige sport, maar vind het ook mooi om vanuit het individualisme toch weer dat socialisme terug te krijgen. We hebben elkaar als mens allemaal nodig, alleen ga je het niet redden. Ik vind het gaaf dat je dat in een teamsetting kunt meegeven: samen kun je meer dan alleen.’’
Beide trainers hebben in hun carrière flink wat talenten voorbij zien komen. Talent is belangrijk om er te komen, maar nog belangrijker is de absolute wil. ,,Ik heb ooit Koos Waslander bij het eerste van Excelsior gehaald. Hij was nog hartstikke jong, maar had een enorme drive om er te komen’’, vertelt Libregts. ,,Er zijn betere voetballers geweest die het niet hebben gered.’’
Den Uil: ,,Ik heb zes jaar bij de jeugd van Sparta gewerkt en de jongens die het gehaald hebben, zijn de spelers met de grootste drive. Opvallend is dat de meest talentvolle spelers het vaak niet halen. Die jongens worden opgehemeld door hun omgeving en dat is funest. Ook als trainer moet je daarmee uitkijken. De vraag die je elke dag weer moet stellen aan die gasten is: wat doe jij vandaag om beter te worden?’’
Libregts: ,,Spelers moeten niet snel tevreden zijn en hetzelfde geldt voor hun omgeving. Mensen durven geen ‘nee’ te zeggen tegen een talentvolle speler, want hij is zo goed. Maar het gaat niet alleen om de voetbalontwikkeling, maar ook om de mentale en sociale ontwikkeling.’’
Den Uil: ,,Je moet als jeugdtrainer weten wat er van spelers wordt gevraagd. Niet alleen op het moment dat jij zo’n jongen traint, maar ook in de jaren erna. Daarom is het belangrijk dat jeugdtrainers goed opgeleid worden door een hoofd opleiding.’’
Libregts: ,,Het is niet alleen training geven, er komt veel meer bij kijken. De ene speler heeft een aai over z’n bol nodig, de ander een schop onder z’n kont.’’
Den Uil: ,,De huidige wereld is complexer geworden en daardoor zijn we nog afhankelijker van leiderschap en visie om het hele team van stafleden of, op school, docenten, dezelfde kant op te krijgen. In de tijd van meneer Libregts zei hij: we gaan linksaf en dan ging iedereen linksaf.’’
Libregts: ,,Dat klopt wel. Nu hoor je al snel: waarom moet dat? Mensen zijn mondiger geworden. Dat heeft goede kanten, maar ook verkeerde.’’
Den Uil: ,,Het is makkelijk om te zeggen dat alles nu beter is, maar dat is niet zo. Het is anders, complexer en daardoor komt meer nadruk te liggen op goed leiderschap. Mensen kunnen het nooit goed doen. Dat zie je in de voetbalwereld, maar ook in de politiek. Bij het minste of geringste staat iets binnen een uur op social media. Dat maakt het heel lastig. Zeker in de Nederlandse cultuur, waarin we vinden dat iedereen alles moet kunnen doen. Dat werkt vaak averechts als je iets wilt bereiken.’’
Beide heren hebben ervaring met werken in andere culturen en daar gaan dingen soms net even anders.
Den Uil: ,,Ik heb in 2013 een jaar in Zuid-Afrika gewerkt bij Ajax Cape Town en de mentaliteit van jeugdvoetballers is daar heel anders. Als je de passie van die kinderen daar ziet. Die hebben verder niks, voetbal is hun entreeticket naar een betere toekomst. Het is daarom niet verrassend dat de beste voetballers, met name vanuit creativiteit, bijna altijd Zuid-Amerikanen zijn.’’
Libregts: ,,Dat is in Nederland ook zo. Waar denk je dat de beste boksers vroeger vandaag kwamen? Uit Crooswijk en niet uit Kralingen.’’
Den Uil: ,,Je hoort in het onderwijs of waar dan ook regelmatig: het kind staat centraal. Ik vind dat de grootste kul. Als het kind centraal staat, moet de hele omgeving zich daaraan aanpassen. Zo zit de wereld toch niet in elkaar? Jonge voetballers die heel goed zijn, kunnen denken: het draait om mij, want ik ben de beste. Maar dat is niet zo, het draait om het team.’’
Libregts: ,,Daarom is het stukken moeilijker nu. Vroeger was alles meer wij, nu gaat alles over ik. Als trainer ben je de manager om het team neer te zetten. Niet alleen tactisch en mentaal, maar ook sociaal. Dat is een dynamisch proces met mee- en tegenvallers. De kunst is om het beste uit het individu en het team te halen. Je bent nooit uitgeleerd en dat maakt het trainersvak ook leuk. In ons vak is twee plus twee niet altijd vier, maar niets is leuker dan met mensen werken.’’
De trainerscarrière van Thijs Libregts zit erop, maar hij volgt het vak nog op de voet. Zo zit hij elke week minimaal één keer op de tribune bij Excelsior om de training te bekijken. Ruben den Uil heeft nog een contract bij Excelsior tot 2023. Wat is zijn ambitie in het trainersvak? ,,Ik vind het heel fijn werken hier met Marinus en de rest van de staf. Ik ben hartstikke gelukkig op dit moment. Plezier hebben in mijn werk vind ik heel belangrijk. Het lijkt me gaaf om nog eens in het buitenland te werken, een land waar de mensen enorm gepassioneerd zijn. Ik heb niet de illusie dat ik, zoals meneer Libregts ooit, de volgende bondscoach van Nigeria word, maar het lijkt me wel ontzettend gaaf om in het buitenland te werken.’’
Libregts: ,,In dit vak kun je niets plannen. PSV, werken in Griekenland, bondscoach worden van het Nederlands elftal, het kwam allemaal ineens voorbij. Plezier is het belangrijkste en dat je doet waar je goed in bent en daar succesvol mee kunt zijn. Wat dat betreft is er weinig veranderd. Voetbal is nog steeds elf tegen elf en de afmetingen van het doel zijn nog hetzelfde. De rest is het intermenselijke en daar moet je ervaring in opdoen.’’
Dit artikel verscheen eerder in het Excelsior Rotterdam Magazine van mei 2022.
vr 14 maart 2025
In een koud Eindhoven treedt Excelsior met Pascal Kuiper onder de lat aan tegen FC Eindhoven.…
Lees meerdo 13 maart 2025
Na de thuiszege op FC Den Bosch staat er weer een nieuwe speelronde voor de deur.…
Lees meer