‘Samen bouwen’ is een van de slogans van Excelsior Rotterdam. Dat gebeurt zeker bij onze jeugdafdeling, waar de 176 talenten van de toekomst (jongens en enkele meiden) worden klaargestoomd om ooit in het eerste elftal te kunnen spelen. Sinds dit seizoen onder leiding van het nieuwe hoofd jeugdopleiding Rogier Veenstra, die werkt met een team van 33 trainers en nog eens 25 andere stafleden.
Officieel begon de 35-jarige Veenstra op 1 juli, maar ruim voor die datum was hij al druk om de organisatie neer te zetten. Als opvolger van Marco van Lochem, die de afgelopen 23 jaar onze jeugdopleiding leidde, wilde de ex-profvoetballer van onder meer NAC Breda en Excelsior goed voorbereid aan het seizoen beginnen. ,,Ik heb al voor 1 juli veel uren gemaakt, maar dat is alleen maar goed geweest. Ik vond dat de organisatie goed moest staan en bijkomend voordeel was dat ik iedereen binnen de club zo goed kon leren kennen.’’
Rogier Veenstra, de afgelopen jaren werkzaam als hoofdtrainer van tweede divisionist ASWH en technisch coördinator van JVOZ (Jeugd Voetbal Opleiding Zeeland), tekende in Kralingen een contract voor drie jaar. Hij heeft de lat hoog gelegd voor zichzelf en dus voor de organisatie: ,,Wat Marco van Lochem in 23 jaar heeft opgebouwd is geweldig en we moeten nu de volgende stap zetten. De opleiding moet nog beter aansluiten op het eerste elftal. Spelers moeten daarom een bepaalde ontwikkeling doormaken.’’
Er zijn dit jaar flink wat nieuwe jeugdtrainers in de opleiding begonnen en daarbij heeft Veenstra samen met coördinator onderbouw Sjoerd Bos vooral ook gekeken naar een belangrijke kernwaarde van Excelsior: ontwikkelen. ,,Als je het over Excelsior hebt, dan heb je het over mensen een kans geven. Wij hebben nu een heleboel talentvolle trainers binnengehaald afkomstig van amateurclubs. Trainers die op basis van hun CV misschien niet snel een kans bij de BVO hadden gekregen. Wij zochten mensen die gretig zijn en zich willen ontwikkelen. De groep die we nu hebben is ontzettend enthousiast en leergierig.’’
Op het gebied van kansen geven, haalt hij zichzelf aan als voorbeeld: ,,Ik heb niet tien jaar ervaring als HJO, maar ben wel tien jaar trainer geweest van senioren en heb bij JVOZ met jeugd en jeugdtrainers gewerkt. Mijn kwaliteiten liggen op het veld, in het beter maken van spelers en trainers. Ik ben blij dat Excelsior mij deze kans geeft en het is nu aan mij om het te laten zien. Hetzelfde doen we met een aantal trainers, waarvan ik denk dat ze goed zijn, alleen niemand kent ze nog in het profwereldje. Dat wij deze trainers een kans geven, daar zijn wij als Excelsior denk ik uniek in en wat ik tot nu toe heb gezien, tovert echt een glimlach op mijn gezicht.’’
De werkwijze van het eerste elftal dient als voorbeeld voor de jeugdafdeling: ,,Als je gericht met mensen werkt, meer gaat doen met data- en video-analyse, karakters bij elkaar zoekt die bij elkaar passen en iedereen in zijn kracht zet, dan is er veel mogelijk. Dan kun je als Excelsior dus promoveren naar de Eredivisie. Ook qua beleving is de selectie een voorbeeld. Met talent alleen haal je het niet. We moeten keihard en gericht werken om iedereen – trainers en spelers – beter te maken. Dat betekent intensieve begeleiding, groepen én individuen beter maken en natuurlijk plezier maken. Dat alles binnen de kernwaarden van Excelsior, want die hebben ons als club grootgemaakt.’’
Ook de werkstructuur van het eerste is een voorbeeld: een vaste weekindeling, een halfjaarplanning, een duidelijke speelwijze. Dat geeft volgens Veenstra houvast: ,,Structuur is belangrijk, al kan daar natuurlijk wel variatie in worden aangebracht. De manier waarop we spelen moet herkenbaar zijn. Als je Excelsior een roze shirt aan doet, moeten mensen zien: dat is Excelsior. Ook moet de warming-up op een bepaalde manier plaatsvinden en als de week in het teken staat van hoog druk zetten, moet dat overal worden doorgetrokken. Iedereen moet dezelfde taal spreken.‘’
,,Ik vind overal iets van’’, zegt het nieuwe HJO lachend. ,,Als ik naar een training sta te kijken, sla ik dat op en ga dat later met die trainer bespreken. Ik merk dat trainers dat prettig vinden. Sommigen zeggen: ik heb nu al meer feedback gekregen dan in de rest van mijn trainersleven. Daar ben ik zelf ook tegenaan gelopen. Als trainer van een eerste elftal kijkt iedereen naar jou. Alsof jij de beste trainer van de vereniging bent. Maar ook dan moet iemand je soms een spiegel voorhouden. Anders kun je jezelf niet ontwikkelen. Wij willen trainers in hun kracht zetten. Als een trainer uit de onderbouw een keer bij onder 21 wil meelopen? Prima. Iedereen mag hier iets van iedereen vinden, zonder dat we het als kritiek moeten zien. Alleen zo worden we met elkaar beter.’’
Zelf vindt Rogier Veenstra het prettig dat hij regelmatig bij de staf van het eerste kan meekijken. Bovendien is die staf betrokken bij onder 21, onder meer doordat Thomas Verhaar daar stage loopt in het kader van zijn trainerscursus. ,,Ook praat ik veel met Ruben den Uil, die heel erg betrokken is. En we hebben Reda Kharchouch als stagiair bij de onder 16 en Pascal Kuiper assisteert keeperstrainer Bert Fieret in de middenbouw. Uiteindelijk hebben we met de opleiding het doel om spelers op te leiden voor het betaalde voetbal. Daarbij leg ik de lat hoog voor iedereen. Alleen zo komen we echt vooruit.’’
Inmiddels is het seizoen in volle gang en worden steeds meer nieuwe ontwikkelingen binnen de opleiding doorgevoerd. Een daarvan is de High Performance Class. ,,Dat is een traject waarmee we spelers extra aandacht geven omdat ze potentie hebben om het eerste elftal te halen of omdat ze een voorbeeld zijn door hun harde werken. Niet alleen op het veld, maar bijvoorbeeld ook in combinatie met school. Omdat wij vinden dat dit bij Excelsior hoort. We zijn begonnen met spelers uit de onder 18 en 21. In een groepje, dat maandelijks kan veranderen, krijgen zij een extra moment in de week onder leiding van de staf van het eerste elftal of mij. Dat kan op het veld zijn, maar ook krachttraining of videoanalyse. Daarmee belonen we die spelers en laten we zien dat zij een voorbeeld zijn. Uiteindelijk willen we dit vanaf de onder 13 gaan invoeren.’’
